is een element, met chem. symbool F en atoomgewicht 19,0. Het komt in de natuur niet in vrije toestand voor, omdat het zeer gemakkelijk verbindingen vormt, waarbij de reacties zeer heftig verlopen.
Merkwaardigerwijze worden goud en platina niet aangetast, tenzij bij gloeihitte. In de natuur komt het voor als vloeispaath, calciumfluoride (Ca F2), in apatiet, d.i. calciumfosfaat calciumfluoride, kryolieth, d.i. natrium-aluminiumfluoride (Na3 Al F6).Vele fluoorverbindingen zijn zeer giftig en worden gebruikt ter verdelging van ongedierte. Natriumfluoride. kryolieth en silicofluoriden worden daartoe gebruikt. Voor de mens zijn zij niet geheel ongevaarlijk. Als vloeistof in koelmachines wordt wel ‘Freon’ gebruikt, dat organische fluoorverbindingen bevat. Als ets-middel voor glas wordt fluoorwalerstofzuur (HF) gebruikt, opgelost in water en bewaard in geparaffmeerde flessen.
Bij runderen zijn vergiftigingen voorgekomen als de dieren grazen op weilanden in de buurt van fosfaat verwerkende industrieën. Daar speciaal jongvee gevoelig is, doen veehouders op dgl. bedrijven verstandig niet zelf aan te fokken, maar afgewisselde dieren aan te kopen. Toediening van aluminiumsulfaat werkt voorbehoedend. De veehouder kan de fabriek aanspreken voor schadevergoeding (z. Fluoriden).