Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Straling

betekenis & definitie

In de natuurk. worden verschillende verschijnselen met het woord s. aangeduid. De belangrijkste groep omvat de uitzending van een golfverschijnsel van electro-magnetische aard, waartoe o.m. licht, radiogolven en X-stralen behoren.

Bij de radioactieve s. en de hoogtestraling spreekt men eveneens van s., wanneer het gaat om de uitzending van elcctronen en andere kleine brokstukken van de materie (z. Spectrum der electromagnetische straling).Elk voorwerp zendt electro-magnetische s. uit van verschillende golflengten. De golflengten, die worden uitgezonden hangen af van de aard en van de temp. van het voorwerp. I.h.a. verschuift met toenemende temp. het golllengtegebicd, waarin de meeste s. wordt uitgezonden, naar de kant van de korte golflengten, terwijl de totale hoeveelheid uitgestraalde energie sterk toeneemt. Zo zendt b.v. de zon (temp. aan de buitenkant ca 60000 C) s. uit waarvan de golflengten voorn. tussen de grenzen 0,00001 en 0,0003 cm liggen, terwijl voor het aardoppervlak (gemiddelde temp. ongeveer I0°C) deze grenzen 0,0002 cm en 0,006 cm bedragen. De stralingsenergie, welke per eenheid van oppervlak en tijd wordt uitgezonden is voor de zon ca 160.000 x zo groot als voor de aarde. Wanneer men electro-magnetische s. van verschillende golflengten op een voorwerp laat vallen, wordt slechts s. van die golflengten geabsorbeerd, welke het voorwerp bij de heersende temp. zelf uitzendt. De sterkte van de absorptie in een bepaald goIflengte-gebied (gemeten als de verhouding tussen de geabsorbeerde en de invallende stralingsenergie) is evenredig met de uitstraling d.w.z. de hoeveelheid stralingsenergie, die per eenheid van oppervlak en tijd wordt uitgezonden) in hetzelfde gebied (Wet van KIRCHHOFF).

De dampkring absorbeert b.v. vrijwel geen zichtbaar licht hij is doorzichtig), terwijl de straling van de aarde vrijwel niet geabsorbeerd wordt door stikstof en zuurstof, echter wel voor een deel door waterdamp, koolzuurgas en ozon. Deze gassen zenden dus zeil s. van de geabsorbeerde golflengten uit, waarvan een deel weer aan de aarde ten goede komt. Een wolkendek absorbeert vrijwel alle erop vallende aardstraling, het kaatst echter een groot deel van de zonnestraling terug en absorbeert hiervan weinig.