Stamvorm van alle eendenrassen, behalve de muskus-e. is de wilde e. Voor de bedrijfseendenhouderij onderscheiden we de e. in twee soorten nl. leg-c., zoals Khaki-Campbell en loop-e., en vlees-e., zoals Peking-, Alesbury- en Rouaan-e.
Beide soorten zijn in haar productie hoog opgevoerd, de leg-e. tot een eierproductie van ca 330 eieren van ca 68 g per jaar, de vlees-e. tot een levend gewicht van ca 2,5 kg op een leeftijd van 60-63 dagen. Voorwaarde voor een hoge eierproductie is voeding met hoog gehalte aan dierlijk eiwit (verse vis, vismeel, garnalen).Naast de verschillende soorten e., die in tamme toestand gehouden worden, is Ned. uitermate rijk aan wilde eendensoorten, die alle onder de Jachtwet vallen. De e. worden onderverdeeld in zwem-e., met 7 soorten en duik-e., met 15 soorten. De zweme. zijn de enige eendensoorten, die in eendenkooien gevangen worden. Landbouwkundig hebben van de zwem-e. in Ned. slechts de wilde e. en de smient betekenis, terwijl vanuit het oogpunt van de visserij drie soorten van duik-e. van enige betekenis kunnen zijn, nl. de grote zaagbek, de middelste zaagbek en het nonnetje.
Bij de wilde e. is het ♂ gemakkelijk te herkennen aan de flesgroene kop en de witte halsring, het ♀ is overwegend donkerbruin.
Bij de smient heeft het ♂ een vosbruine kop, met een geelwit voorhoofd, het ♀ heeft een witbevederde buik.
De grote en middelste zaagbek en het nonnetje onderscheiden zich van de andere eenden door hun getande snavel, de zg. zaagbekken.
De grote zaagbek is groter dan een wilde eend, en heeft een witte hals en borst. De middelste zaagbek heeft een grauwe borst en bereikt de grootte van een wilde eend, terwijl het nonnetje niet groter wordt dan een taling. De wilde eend kan zeer veel schade doen aan rijpe en rijpende erwten en granen (tussen half Juni en half Sept.), waarom dan ook de jachttijd op deze soort vroeger geopend is. Schade te verhinderen door afschot op de invalsplaatsen en door knalapparaten. De smient graast op graslanden, maar veroorzaakt hierdoor een te verwaarlozen schade. Bij de zaagbekken bestaat meer dan ¾ van het voedsel uit visjes. Jaarlijks worden door jagers en kooikers enige honderdduizenden e. bemachtigd, waarvan de wilde eend de belangrijkste is.
