Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Dubbele bevruchting

betekenis & definitie

1. (dierkunde) Hiervan spreekt men als één ♀ dier door twee verschillende d dieren met succes werd gedekt. Dit kan zowel plaats vinden gedurende dezelfde bronst als gedurende twee opeenvolgende.

Dit laatste behoort uiteraard tot de hoge uitzonderingen, daar een drachtig dier als regel niet meer bronstig wordt. Toch heeft men met zekerheid kunnen constateren o.a. bij de merrie, dat zij drachtig kan worden van twee dekkingen, die gedurende twee opeenvolgende bronstperioden hadden plaats gevonden, op grond van de kleuren, die de hengsten en de geboren veulens vertoonden.2. D. b. (plantk.) is een bevruchtingswijze, die men uitsluitend aantreft bij de echte bloemplanten, de Bedektzadigen of Angiospermen, en die kenmerkend is voor deze plantengroep. De benaming is wat misleidend, maar slaat op het feit, dat hier 2 door de stuifmeelkorrel gevormde (generatieve) kernen in het spel zijn, die beide door de stuifmeelbuis de zaadknop binnendringen.

Eén daarvan versmelt met de eikern, waardoor de zygote ontstaat, die zich tot de kiem (embryo) van de nieuwe plant ontwikkelt. Dit is dus de eigenlijke bevruchting. De andere versmelt met de secundaire embryozak-kern, waardoor een kern ontstaat, die het uitgangspunt wordt voor de vorming van endosperm, d.i. het weefsel dat de embryozak, voor zover deze niet door de kiem wordt ingenomen, opvult en dat uit reservevoedsel bevattende cellen bestaat. De d. b. is in 1898 ontdekt door NAWASCHIN en in 1899 door GUIGNARD, onafhankelijk van elkaar.

< >