1. (dierk.) De naam van de zich ontwikkelende vrucht in het eerste gedeelte van de ontwikkeling, totdat de diverse organen en lichaamsonderdelen zich gevormd hebben, waarna de vrucht de naam foetus krijgt (z. Embryologie).
2. (plantk.) Bij de planten noemt men het zich uit de bevruchte eicel ontwikkelende nieuwe individu zolang het binnen de zaadhuid opgesloten blijft gewoonlijk kiem in plaats van embryo, maar ook deze term wordt gebruikt, b.v. in embryozak.