Teelt waarbij reeds vóór het zaaien een overeenkomst wordt aangegaan met een handelaar, waarbij de teler zich verplicht een bepaalde oppervlakte met een met name genoemd gewas te betelen en de opbrengst daarvan na het oogsten tegen een in de overeenkomst opgenomen prijs te zullen leveren aan de medecontractant.
De c. wordt vooral toegepast voor de teelt van groente- en bloemzaden, doch ook voor suiker- en voederbietenzaad, graszaad, enz. Het zaad wordt dan geleverd door degene, die later ook de opbrengst van de oogst zal ontvangen. Deze heeft daardoor zekerheid, dat hij zaad van het ras, de soort of de variëteit, welke hij wenst, zal ontvangen. De teler heeft het risico van de teelt, doch weet te voren, welke prijs hij voor het zaad, dat hij aflevert, zal krijgen, vooropgesteld, dat dit voldoet aan bepaalde normen van zuiverheid, kiemkracht en vochtgehalte.
De c. heeft, beschouwd van de zijde van de teler, vooral betekenis, indien het betreft zaden, waarin geen geregelde handel bestaat en, beschouwd van
de zijde van de handelaar, als de echtheid moet zijn gewaarborgd.
De c. wordt in België veelvuldig toegepast voor vlas. de handelaar levert alles behalve het land, het bewerken van de grond, de trekkracht voor de vlasplukmachine, het materiaal en de trekkracht voor het transport, prestaties die door de contracterende landbouwer geleverd worden.
Als vergoeding ontvangt de landbouwer een overeengekomen bedrag per ha of een percentage van de opbrengst. C. is ook gebruikelijk voor conservegroenten, evenals voor de productie van zaaigranen en zaaizaden die aan de controle van de N.D.A.L.T.P. onderworpen zijn.