Onder k. wordt verstaan het vermogen van het zaad orn normale kiemplanten te vormen, in staal tol verdere ontwikkeling in de bodem onder gunstige groeivoorwaarden. Deze kieming moet plaatshebben binnen een tijdsduur (z.
Kiemduur), welke voor elk zaadsoort is vastgesteld. De k. is geert constante grootheid, omdat zaad tijdens de bewaring aan k. inboet. Deze achteruitgang in k. is in de eerste plaats afhankelijk van de zaadsoort; daarnaast zijn de bewaringscondities van overwegende invloed. Bij droge, koude bewaring blijft de k. beter bewaard en is de achteruitgang slechts gering; bij vochtige, warme bewaring daarentegen heeft snel teruggang in k. plaats. Onvoldoende uitgerijpt zaad en noodrijp zaad gaat snel in k. achteruit.