Het totaal van de erfelijke samenstelling van de tot een groep behorende individuen noemt men c. i. Dit omvat de erfelijke samenstelling van plasma, plastiden en chromosomen.
Vooral bij kruisbevruchters en bij jonge, door kruising ontstane rassen van zelfbevruchters, kan men verwachten, dat de planten binnen het ras erfelijk min of meer verschillen, doch als groep zich onderscheiden van andere rassen.