Op initiatief van het Ned. Congres voor Openbare Gezondheidsregeling werd in 1905 besloten tot samenstelling van een e.a. met de bedoeling de gangbare methoden voor het onderzoek van de belangrijkste levensmiddelen vast te leggen.
In de jaren 1909- 1920 zijn de volgende delen verschenen: Melk, Spijsvetten en Kaas; Water; Algemene methoden van onderzoek van plantaardige voedingsmiddelen; Meel en Brood; Suikers, Honing, Vruchtensappen, Jams en Limonades. De totstandkoming van de Warenwet (1919, 1935) met de op grond daarvan uitgevaardigde Koninklijke Besluiten, waarin de eisen en onderzoekingsmethoden werden opgenomen, maakte de c. a. grotendeels overbodig. Voor enige algemene onderzoekingsmethoden heeft hij zijn betekenis echter behouden. Dit gold lange tijd voor het deel Water, daar hiervoor geen K.B. verscheen. Latere werken, o.a. van MEERBURG en MASSINK, hebben ook de methodiek van dit deel sterk gewijzigd.