of aantasting van cellulose door micro-organismen. Dit proces heeft overal in de natuur plaats, waar cellulose te verwerken valt (afgestorven plantenmaTeriaal).
Men onderscheidt een anaërobe van een aërobe verwerking. De eerste heeft plaats in modder van sloten en in moerassen. Ze werd hel eerst door OMELIANSKY beschreven, die twee verschillende processen meende te onderkennen, één waarbij uit cellulose zuren, waterstof en koolzuur ontstaat, terwijl bij het andere waterstof en methaan wordt gevormd. De aërobe verwerking is in de natuur van veel grotere betekenis, omdat de grootste hoeveelheid der cellulosematerialen (blad en takken) op de oppervlakte van de aarde terecht komt. Als zeer actieve aërobe organismen zijn de Cytophagen bekend geworden. De afbraak van de cellulose gaat snel en over de tussenproducten bestaat nog geen zekerheid, maar cellobiose is waarschijnlijk het eerste. Het verschijnsel der 'symbiose is bij de cellulosesplitsing vaak waargenomen.