Meer of minder zuiver zetmeel uit de Manihot utilissima, of cassave. de winning komt in principe overeen met die van 'aardappelmeel. Op primitieve wijze geschiedt de bereiding als volgt: de knollen worden geschild en met de hand geraspt, b.v. met behulp van een plankje met koperen pinnen.
Dit raspen heeft evenals bij de verwerking van aardappelen ten doel de cellen open te scheuren en de zetmeelkorrels vrij te maken. De verkregen pulp wordt met de hand gekneed door een doek, waarbij de zetmeelkorrels met water door de doek gespoeld worden en de vezels, eiwitten e.d. op de doek achterblijven. De zetmeel suspensie laat men bezinken. Enkele malen laat men het water aflopen en voegt schoon water toe. Het natte meel wordt tenslotte in de zon gedroogd of als zodanig aan kleine fabriekjes verkocht, die het nog verder zuiveren.Bij de industriële verwerking wordt meestal uitgegaan van gaplek, dit zijn in de zon gedroogde cassave-schijven. Sommige grotere fabrieken zijn primitief ingericht, andere gelijken op een eenvoudige aardappelmeelfabriek. De cassavemeel-fabricage is echter nog niet zo gemechaniseerd en vervolmaakt als die van aardappelmeel. De fabrieken maken behalve het gewone c. verschillende min of meer veredelde producten. Zo worden tapiocavlokken bereid door vochtig meel in roodkoperen pannen te verhitten. Voorts fabriceert men korrels van verschillende grootten (pareltapioca).
C. is in normale tijden een der goedkoopste zetmeelsoorten; het dient voor voeding, voor bereiding van dextrine, wordt in de textielindustrie gebruikt, enz. De zetmeelkorrels zijn kleiner dan die van de aardappel, nl. van 5 -35 μ.