Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Bouwhoek

betekenis & definitie

Ander woord voor de Friese kleibouwstreek uit de landbouwstatistiek (indeling 1910) (z. Landbouwgebieden).

Hoewel de akker- en tuinbouw een groot oppervlak innemen, is de meeste cultuurgrond er grasland. Vooral de kleinere bedrijven houden zich met de akkerbouw bezig: aardappelen (poters!); granen komen op de tweede plaats; verder suikerbieten, peulvruchten, etc. De kleine landbouwer staat hier bekend als ‘gardenier’; hij vormt de overgang naar de tuinbouwer. De tuinbouw vooral op de meer zavelige gronden (Menaldumadeel en Barradeel), vooral groenten in de volle grond. Bedrijfsgrootte in de B. geringer dan op het Hogeland.

< >