Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Boomgaard

betekenis & definitie

of bongerd is de naam die men geeft aan een cultuurwijze van vruchtbomen, onverschillig van welke soort, die vrij extensief is en waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van hoog- of halfstammen. Oorspronkelijk werd deze cultuur uitgeoefend als bijbedrijf van de landbouw en werden de bomen direct in het gras geplant.

De boomweide werd dan gebruikt om het vee in te laten grazen, terwijl men ter afwisseling het gras ook wel hooide. Toen men later ging inzien, dat het telen van fruit in permanent grasland bezwaren medebracht t.o.v. de rentabiliteit der vruchtbomen, is men in bepaalde streken b.v. in de Betuwe, de methode gaan volgen van in het bouwland te planten om dan pas na 10 of 12 jaren gras in te zaaien of zich dit op natuurlijke wijze te laten ontwikkelen. In gebieden waar de grond in sommige maanden van het jaar te droog was - waaronder de bomen dan leden - heeft men het gras vervangen door hakvruchten. Maar ook dit is men tenslotte gaan nalaten. Men hield toen de grond zwart. Daarmee was men op weg naar het intensieve bedrijf, waar de teelt in hoofdzaak ter wille van het fruit wordt uitgeoefend en men meer zorgen besteedt aan bemesting, onderhoud van de bomen en ondercultuur.

Dit was in zekere zin ook het geval, waar men geen vee meer onder de bomen liet grazen of geen gras meer hooide, doch dit maaide en ter plaatse liet rotten. Met een Engels woord noemde men dit mulchen. Dit kon plaats vinden waar de waterhuishouding van de grond dit toeliet. Is dit het geval, dan moet het mulchen als een waardevolle methode worden beschouwd om de physische toestand in de bodem te handhaven of te verbeteren door het organisch materiaal dat aan de grond wordt toegevoegd. Boomgaarden die uitsluitend zwart worden gehouden krijgen gebrek aan organische stollen, die dan in de vorm van stalmest, compost of door middel van groenbemesting aan de bodem moeten worden toegevoegd.

Men is geneigd om in de laatste tijd aanplantingen met kleinere vormen ook b. te noemen, alhoewel sommigen dan liever van fruitplantages of fruittuinen spreken.

< >