In de poriën van de grond komt ten dele water en ten dele lucht voor, zodat men ook van een b. kan spreken. Deze bodemlucht is nodig voor het levende deel van de grond.
Bacteriën, schimmels, de wortels van de hogere plant, de micro- en macrofauna hebben lucht nodig voor hun ademhaling. De samenstelling van de bodemlucht is niet gelijk aan die van de atmosferische lucht, daar de uitwisselingsprocessen van de bodemlucht met de atmosferische lucht een zekere traagheid bezit die afhankelijk is van de poriënverdeling en poriëngrootte. Het is voorn, het diffusieproccs, dat deze uitwisseling regelt. Als de diffusie door een vrij oppervlak Do is, dan is die door de grond 66 S X Do, waarin S het poriënvolume in % is.