Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Blok

betekenis & definitie

1. Werktuig, vroeger gebruikt voor het dorsen. liet had de vorm van een afgeknotte kegel.

De wand bestond uit houten ribben met ijzeren beslag. Het b. werd rondgetrokken over de uitgespreide schoven, die in een cirkel waren neergelegd (z. Dorsblok).2. In de bosb. verstaat men onder b. wel de boscomplexen, door de hoofdsleuven van het indelingsnet ingesloten. Zij omvatten enkele afdelingen.
3. In de houthandel wordt onder b. verstaan een stamstuk, speciaal van duurdere houtsoorten. Blokhout wordt verkregen, door een b. op bepaalde maten te verzagen zonder te kantrechten en daarna met drooglatten in de oorspronkelijke vorm en volgorde te stapelen. De afzonderlijke planken noemt men blokdelen. het geheel een zaag-blok.
4. In de akkerbouw verstaat men onder b. een aaneengesloten stuk grond of een groep aaneenliggende percelen.
5. In de procfveldtechnick bedoelt men er mee een deel van een proefveld, dat als een eenheid behandeld wordt.
6. (cultuurtechn.) Indien een aanvraag tot ruilverkaveling is ingediend bij Gedeputeerde Staten, wordt deze in handen gesteld van de Centrale Cultuurtechnische Commissie. Deze treft de nodige maatregelen teneinde tot een stemming over de ruilverkaveling te kunnen geraken. Op de stemmingsvergadering, die onder voorzitterschap van een lid van Gedeputeerde Staten wordt gehouden, wordt de begrenzing van het b., d.w.z. het te ruilverkavelen gebied, door de voorzitter nauwkeurig vastgesteld. Kadastrale eigenaars van de in dit b. gelegen gronden mogen aan de stemming deelnemen.

< >