(1) . (Ned.) (Brassica oleracea L. var. botrytis L.). B. wordt onder staand glas, platglas en in de open grond geteeld.
De oogst onder staand glas begint half April, bij de platglasteelt half Mei en in de open grond in Juni. De aanvoer van de open grond gaat door tot in de herfst de vorst invalt, omstreeks December.Teeltmethoden:
1. Weeuwenteelt. Zaaitijd eind Sept. onder glas. De planten zijn bestemd voor de glas- en de vroege vollegrondsteelt, resp.dec. - Jan. en Mrt.
2. Vrijsterteelt. Zaaitijd Jan.-febr. onder glas. Uitplanten in Apr. in de open grond.
3. Zomerteelt. Zaaitijd Mrt-Apr. onder glas en op de open grond. Uitplanten in Mei en Juni.
4. Herfstteelt. Zaaitijd begin Juni. Uitplanten half Juli tot begin Augustus.
Rassen en teelt:
Men onderscheidt vroege, middelvroege en late rassen. Alleen bij de glas- en vroege vollegrondsteelten maakt men gebruik van selecties uit de Erfurter-groep. Voor latere vollegrondsteelten gebruikt men in volgorde van vroegheid overgangstypen tussen de Erfurtergroep en Alpha, of Alpha en Lecerf. Voor de herfstteelt gebruikt men beide laatstgenoemde rassen en voor de zeer late teeltwijzen rassen uit de Italiaanse reuzen.
Afhankelijk van het ras en de teeltwijze plant men de planten op een afstand van 45 x 50 - 70 x 90 cm. Bij de voorjaarsteelten is het mogelijk b. te telen op diverse grondsoorten: zand-, zavel-, kleien veengronden. In de zomer moeten aan de vochtigheid en de opdrachtigheid van de grond hoge eisen worden gesteld. Het beste voldoen in deze periode goed vochthoudende zand- en zavelgronden en lichte kleigrond.
B. is een gewas, waarvan de uitkomsten sterk beïnvloed worden door de weersomstandigheden. Door koude of droogte tijdens de teelt kunnen groeiremmingen ontstaan, waardoor de planten niet of onvoldoende tot koolvorming overgaan. In de zomer is het bovendien de aantasting van de koolgalmug, die een teelt waardeloos kan maken. Grote aanvoer van b. vindt steeds plaats in Juni, wanneer ongeveer J van de jaarlijkse productie aan de markt komt. Door b. te koelen bij 0 -1°C kan men de aanvoertijd spreiden.
Belangrijke centra:
Westland (De Lier) glas- en vroege vollegrondsteelt. Delft-Pijnacker platglas- en vollegrondsteelt. Katwijk zomerteelt. De Streek (Grootebroek en Hoogkarspel) herfstteelt.
(2). (België) De voornaamste teeltgebieden zijn voor vroege b.: omgeving van Mechelen; voor zomeren herfst-b.: de streek ten W. van Mechelen en de Antwerpse polders; voor b. onder glas: omgeving van Mechelen en omgeving van de voornaamste steden J. M. RIEMENS / L. VAN HOVE.