is een onelastisch rubberachtig product verkregen uit het melksap van de bast van de bolletrie, Manilkara bidentata CHEV., een middelmatig zware boom uit de laaglandmoessonbossen van Braz., de Guyana’s en Venezuela. Het wordt gebruikt als een substituut voor guttapercha voor de isolatie van zeetelegraafkabels en voor de vervaardiging van drijfriemen en transportbanden.
De balata-winning bereikte in Sur. haar hoogtepunt in de jaren 1912 en 1913, toen 7000 bosarbeiders er een middel van bestaan in vonden. In latere jaren is door de ontwikkeling van de draadloze telegrafie en de toenemende productie van de guttapercha-cultuur op Java de balataprijs sterk gedaald en dientengevolge de balatawinning zeer teruggelopen.
Het melksap wordt gewonnen door het maken van insnijdingen in de bast. Indien deze insnijdingen rondom de stam worden gemaakt, sterft de boom spoedig af. Om de duurzaamheid der productie te waarborgen heeft men daarom de tap van bomen met minder dan 90 cm omtrek verboden; de bomen met een omtrek van 90-120 cm mogen slechts over de halve omtrek getapt worden, terwijl de bomen boven deze maat voor een volledige winning van het melksap mogen worden geveld.
Later is men om tot een grotere productie te komen, de bomen met klimsporen gaan beklimmen, waardoor men aan de staande boom het gehele takvrije stamstuk en een deel der takken in bewerking kon nemen. De kostprijs wordt hierbij echter vrij hoog. Momenteel is de b. slechts als een bosbijproduct naast de houtexploitatie econ. te winnen.