Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Melksap

betekenis & definitie

is een ondoorschijnend (melkachtig) vocht, een emulsie, die bij vele planten na verwonding voor de dag komt. Sommige planten ontlenen hun naam er aan: melkdistel, wolfsmelk, melkzwammen, enz.

Meestal is het wit, soms geel (b.v. stinkende gouwe), oranje of rood (b.v. Bocconia). Bij sommige plantensoorten vloeit het spaarzaam, bij andere rijkelijk; uit grote, succulente Euphorbiaceae kan het overvloedig uitstromen. Hierbij treden ook grote individuele verschillen op. M. wordt bij een groot aantal fam., gesl. en soorten aangetroffen; voor de praktijk zijn als cultuurgewas vooral belangrijk de Euphorbiaceae (caoutchouc) en de Papaveraceae (opium). In de samenstelling van het rn. bestaat een grote verscheidenheid: het is waarschijnlijk voor iedere plantensoort verschillend.

In het m. kunnen in opgeloste toestand voorkomen: suikers, eiwitten, gommen en enzymen, waaronder proteolytische, looistoffen, alkaloiden (soms zeer giftige: pijlgif!), kalkzouten, zoals oxaalzure kalk (veel bij Eubhorbicae) enz. Vaak zijn in het m. hars- of caoutchoucachtige stoffen gesuspendeerd. Dit veroorzaakt het melkachtige voorkomen. In vaste vorm komen er vaak eigenaardig gevormde zetmeelkorrels en proteïnekorrels in voor.Wat de physiologische betekenis van het m. betreft tast men nog in het duister.