zijn die organismen, die voor hun groei slechts anorganische stoffen nodig hebben. deorganische verbindingen, welke in bestanddelen van liet lichaam worden vastgelegd, maken zij zelf uit koolzuur en waterstof. Hierbij wordt het koolzuur in een meer gereduceerde verbinding veranderd.
De waterstof wordt meestal verkregen door splitsing van andere verbindingen. de beide laatstgenoemde processen vereisen energie.Indien deze energie wordt opgenomen in de vorm van licht, spreekt men van photo-autotrophe organismen. Voorbeelden hiervan zijn; De groene planten, die uit koolzuur en, van water afkomstige, waterstof hun organische stof vermeerderen, en bepaalde zwavelbacteriën, die eveneens koolzuur opnemen en hun waterstof kunnen verkrijgen uit zwavelverbindingen en zelfs uit gasvormige waterstof, maar niet uit water.
Wordt de voor de opbouw van organische stof noodzakelijke energie uit een chern. proces verkregen dan spreekt men van chemo-a. organismen, b.v. de nitrificerende bacteriën, die energie krijgen uit de oxydatie van ammoniak tot nitriet of van nitriet tot nitraat; de meeste zwavelbacteriën en de ijzerbacteriën, die energie betrekken uit de oxydatie van resp. zwavel- en ijzerverbindingen.
Alle organische stof op aarde is ontstaan door de levensprocessen van a. organismen. Mensen, dieren en ‘heterotrophe planten zouden zonder de a. organismen niet kunnen bestaan.