Buitenste laag van het endosperm in de zaden der grassen (z. Gramineeën) waarin de aleuronkorrels zich ophopen en die daardoor zeer eiwitrijk is, in tegenstelling met de meer naar binnen gelegen delen van het endosperm, die in hoofdzaak zetmeel bevatten (z. ook Zilvervlies).
Bij het malen van graanvruchten (b.v. tarwe) hecht de a. zich grotendeels aan de meer naar buiten gelegen lagen (zemelen) en komt dan niet in de 'bloem. Het wittebrood bevat dus geen aleuron maar het bruinbrood wel.