Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Afstamming

betekenis & definitie

(veet.) Het is de a. die de fokwaarde van onze huisdieren bepaalt. Immers de erfelijke eigenschappen van de fokdieren, hel 'genotype, worden bepaald door het genotype van de beide ouders.

Deze hebben hun genotype weer te danken aan hun ouders enz. Daar een dier steeds maar de helft van de genen van ieder der beide ouders krijgt en deze ouders vaak voor heel veel eigenschappen niet fokzuiver zijn, is toch uit de kwaliteit van de ouders nooit het genotype van het betreffende dier te voorspellen. Dit temeer niet, omdat het phaenotype van een dier, behalve door zijn genotype, ook nog door de uitwendige omstandigheden wordt bepaald. Slechts die eigenschappen zullen de nakomelingen met zekerheid van de ouders meekrijgen, waarvoor die ouders fokzuiver zijn. Om uit te maken of de ouders voor bepaalde eigenschappen fokzuiver zijn, kan men nagaan of deze eigenschap in de familie van de ouders algemeen voorkomt, dus zowel bij de ouders van ouders als bij (half-)broers en (half-) zusters en bij eventuele nog andere nakomelingen. Op deze wijze kan men b.v. trachten van een jong ♂ fokdier iets te weten te komen omtrent zijn vermoedelijke fokwaarde. Men kan omtrent de fokwaarde echter meer zekerheid krijgen als men de nakomelingen in het onderzoek kan betrekken (z. Afstammelingenkeuring).

Wanneer men de a. van een dier nagaat, teneinde conclusies te trekken omtrent de fokwaarde van dat dier, moet men bedenken, dat het van elk der beide ouders de helft van zijn eigenschappen heeft gekregen, van elk van de vier grootouders echter maar 25% en van elk van de acht overgrootouders nog maar 12½%. Hieruit volgt, dat de invloed van nog verder terugliggende geslachten wel buitengewoon klein is en dat de waarde, die soms wordt gehecht aan het feit, dat een zeer beroemd dier in de stamtafel voorkomt in de 3e, 4e of verdere generatie, vaak erg overdreven is. Tenslotte dient nog te worden opgemerkt, dat, om iets omtrent de a. van een dier na te gaan, een betrouwbare registratie van de dieren onontbeerlijk is (vgl. Bloedlijn).

< >