zwichten
zwichten - Werkwoord 1. ergatief toegeven, wijken; het moeten afleggen ♢ De vijand zwichtte onder de druk van de onverwachte hevige aanval. 2. (ov), (molenaarsambacht) het aanpassen van de zeilvoering op de wieken i.v.m. de windsterkte ♢ Bij sterkere wind moet je de...