1. Van zaken: feller, heviger, sterker worden; verhevigen, versterken.
De zonne zit mij, over ’t hoofd te bliksemen; de vonkenregen verdappert, GEZELLE 2, 412 (1897).
2. Sneller (doen) worden; versnellen, verhaasten; van pers. ook: sneller lopen; wij moeten wat verdapperen, want anders komen we te laat.