Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

trapzaal

betekenis & definitie

Trappenhuis, trappenhal; (trap)portaal.

Wij wachtten beiden tot het gegalm in de trapzaal weggestorven was, ELSSCHOT 1960, 421.

Een koele trapzaal rond de liftkoker zorgt dat er, zo mogelijk, geen enkel menselijk kontakt is, Vrouw en Wereld sept. 1975, p. 3.

< >