Toebehoren; m. betr. t. wat bij fietsen, auto’s enz. hoort, bep.: onderdelen, accessoires; m. betr. t. onroerend goed, in de vakt. ook: aanhorigheden.
Bad - lavabo - wc - voetbad kompleet met kranen, ronde spiegel en toebehoorten, Westkust 26/8/1976, p. 7.
Een woonhuis met toebehoorten en grond, gelegen aan de Grote Baan, Limburg 3/9/1976.
Ook o.a.: Gents Adv. 12/8/1976.