Van zaken, m.n. van ondernemingen, bedrijven enz.: slecht gaan, kwijnen, verflauwen, verslappen; ook in onpers. gebr.: het slabakt daar.
Door die supermarkt zijn al die klein winkeltjes beginnen te slabakken, Gehoord te Boom sept. 1977.
Opm.: In de standaardt. wel van pers.: niet ópschieten, niet voortmaken.