Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

schielijk

betekenis & definitie

In overlijdensberichten: plotseling, in een zeer kort tijdsverloop; vooral in de verb. schielijk overleden zijn.

O. a. in: Gazet v. Antw. 20/7/1973. Nieuwsblad 15/4/1977. Gentenaar 3/8/1977.

Afl.: schielijkheid (Wdl.), plotselingheid (De regen houdt met verrassende schielijkheid op, TEIRLINCK 1952, 2, 46).

< >