schielijk
...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), I. bw., 1. snel, haastig: schielijk de deur opendoen ; schielijk lopen, spreken, eten ; 2. zonder tussenpoos, aanstonds, onverwijld : schielijk op elkaar volgen ; dat gaat zo schielijk niet; 3. plotseling of in een zeer kort tijdsverloop : hij is schielijk gestorven-, II. bn., 1. vlug; — snel voorbijgaand of verlopen...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Genootschap Onze Taal (2020)
UIT: Terug in een ander Libi�, een vreedzaam en ontspannen land (Rob Vreeken, de Volkskrant, 14 juni 2012) CONTEXT: De stad in het Nafusa-gebergte, 135 kilometer ten zuidwesten van Tripoli, was afgelopen zomer de uitvalsbasis van de rebellen voor hun opmars naar de Libische hoofdstad. Muammar Kaddafi koos SCHIELIJK het hazenpad, toen de brigades u...
Muiswerk Educatief (2017)
schielijk - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord uitspraak: schie-lijk 1. wat niet veel tijd kost ♢ schielijk draaide Laetitia zich om 1. snel, terwijl het niet verwacht werd ♢ het is heel schielijk...
Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)
plotseling (formeel) Patje Deschamps overleed schielijk en pater Claeys Bouuaert, een nerveuze jonge man, vroegtijdig kaal, kwam in zijn plaats. (Jef Geeraerts, Gangreen 3, Het teken van de hond) Schielijk wordt bijna uitsluitend gebruikt in de verbinding 'schielijk overleden'. Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Ga...
Walter De Clerck (1981)
In overlijdensberichten: plotseling, in een zeer kort tijdsverloop; vooral in de verb. schielijk overleden zijn. O. a. in: Gazet v. Antw. 20/7/1973. Nieuwsblad 15/4/1977. Gentenaar 3/8/1977. Afl.: schielijkheid (Wdl.), plotselingheid (De regen houdt met verrassende schielijkheid op, TEIRLINCK 1952, 2, 46).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: