Afl.: razendigheid (raastigheid), razernij, woede; dolheid (Hij had het stuk gewijd brood met zo’n raastigheid tegen een kaderke gegooid dat het van de nagel en kapot op de grond was gevallen, CLAES 1960, 35).
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk