Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

pompaf

betekenis & definitie

Van pers. en dieren: bekaf, doodmoe, uitgeput

Dat doen ze vijf keeren achtereen tot ze niet meer kunnen en pomp-af op hun stoelen vallen, CLAES 1933, 37.

Toen alles binnen was kregen we in de keuken twee borrels van Tamboer, we waren ook pompaf van dat dragen, CLAES 1960, 82.

< >