Sprietje, halm (m. betr. t. gras, onkruid enz.); - ook: haartje: op zijn kop staat hier en daar nog een pijltje.
Van sedert de schepping zijn de mannen van uw soort al onkruid aan ’t wieden, en daarom is er geen pijlke te minder, STREUVELS 1962, 168.