Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

pepel (piepel)

betekenis & definitie

Vlinder.

Zij merkte op hoe de pepels, op een zonnigen dag, rond de bloemen fladderden, WATTEZ, 1896, 131.

Wanneer hij zijn likeurglas neemt, ontwikkelt zich zijn hand gelijk een pepel in de ruimte, de pink helemaal overgekruld, zodat de zware diamantring daar in de hoogte heerlijk te schitteren hangt, TEIRLINCK 1952. 2, 179.

< >