Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

opsteller

betekenis & definitie

1. Off. ben. voor een lager beambte aan een ministerie, een staatsbedrijf enz.; in Nederl.: klerk, (in rang boven klerk) commies.

Gemeentebestuur Kraainem: Aanwerving van 1 opsteller, Gentenaar 22/5/1977.

Hoe kan het anders in een land waar je drie examens moet afleggen om opsteller te worden bij het ministerie van Vlaamse Streekeconomie, Mech. 1I6I1978.

2. Pur. voor: redacteur.

Sam.: hoofdopsteller, (pur.) hoofdredacteur (Het Gents studentenkorps haalde de onverdroten werker binnen de omheining van zijn Bestuur en stelde hem aan tot hoofdopsteller van zijn orgaan «Aula», BROUNS 1951, 25.

Hoofdopsteller: Alex, Verminkte sept. 1976.

Hij (beweerde) dat die hoofdopsteller was van een Antwerpse krant die men in de volksmond De Slaapmuts noemde, Gazet v. Antw. 23/9/1977).

< >