Wat is de betekenis van Opsteller?

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

opsteller

(de, -s) <bnl.> klerk, lagere ambtenaar, administratief medewerker. Jules werkte als opsteller bij de Belgische Spoorwegen. Na tien jaar kregen ze een dochter, Hedwig, en in 1942 werd hun zoon Hendrik geboren. - HN, 31-07-2002.

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

opsteller

1. Off. ben. voor een lager beambte aan een ministerie, een staatsbedrijf enz.; in Nederl.: klerk, (in rang boven klerk) commies. Gemeentebestuur Kraainem: Aanwerving van 1 opsteller, Gentenaar 22/5/1977. Hoe kan het anders in een land waar je drie examens moet afleggen om opsteller te worden bij het ministerie van Vlaamse Streekeconomie, ...

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opsteller

m. (-s), 1. ontwerper en schrijver: de opsteller van een request, een reglement; 2. (Zuidn.) redacteur; 3. (België) lager beambte aan een ministerie.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opsteller

m. opstellers (hij, die iets opstelt; purisme in Z.-N. redacteur; Belgie: lagere beambte op een ministerie).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opsteller

m. (-s) hij die opstelt.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opsteller

m. (-s), 1. ontwerper en schrijver: de van een rekest, een reglement; 2. (gew.) redacteur; lagere beambte aan een ministerie in België.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opsteller

Opsteller - m. (-s), schrijver : de opsteller van een request, reglement, die het opgesteld, geredigeerd heeft; — (Zuidn.) redacteur.

Gerelateerde zoekopdrachten