Behoefte; eis; in de verb. aan de noodwendigheden van, ten behoeve van. (Vgl. du. Notwendigkeit; in Vl.-België veelal ter vert. van fr. besoin, nécessité).
Een domein wild bos van 400 ha dat stuk na stuk aangepast wordt aan de noodwendigheden van openluchtrekreatie, waar je met al je wensen terecht kan, Vrouw en Wereld juli/aug. 1975, p. 28. Bouwgrondkredieten - kredieten voor uw handel. Bedrag en duur aangepast aan uw noodwendigheid, Gentenaar 19/5/1977.
Opm.: In de standaardt. volledig vero. (freq. 0), hoewel nog vermeld in versch. handwdb.
- Zie ook WNT IX, 2110.
Sam.: dienstnoodwendigheid (Bij koninklijk besluit d.d. 7 sept. 1962 is vernietigd ... de beslissing van de gemeenteraad ..., voorzover daarbij een vaste vergoeding is toegekend aan de leden van het gemeentepersoneel die een eigen motorrijwiel voor de dienstnoodwendigheden gebruiken, Taalb. 1962, III, 13).