Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

monteerder

betekenis & definitie

Pur. voor: monteur.

Wel... een man zoals er veel zijn. Een monteerder. Een jeugdvriend van Horst, VAN REMOORTERE 1965, 31.

Monteerder voor kranen en werfinstallaties, Gentenaar 19/5/1977.

Koeltechniek F. N.V. Antwerpen ... vraagt 1 frigorist-monteerder, Gazet v. Antw. 26/6/1977.

Gevraagd Monteerder voor carosserie. Moet electrisch kunnen lassen, Laatste Nieuws 30/7/1980.

< >