Van de omstandigheden: gunstig verlopen, meezitten; vooral in de verb. als alles meegaat, als het wat wil meegaan enz.
- Zie ook mede gaand.
Als het wat wil meegaan, dan haalt hij dit jaar zijn diploma, Gehoord te Antwerpen dec. 1978.
Afl.: meegaans, (gewest., w.g.) geluk, voorspoed (Dat waren schoon jaren voor hem. Een goei vrouw, geluk in de stal, meegaans op het veld, WALSCHAP 1976, 124)..