Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

meegaan

betekenis & definitie

Van de omstandigheden: gunstig verlopen, meezitten; vooral in de verb. als alles meegaat, als het wat wil meegaan enz.

- Zie ook mede gaand.

Als het wat wil meegaan, dan haalt hij dit jaar zijn diploma, Gehoord te Antwerpen dec. 1978.

Afl.: meegaans, (gewest., w.g.) geluk, voorspoed (Dat waren schoon jaren voor hem. Een goei vrouw, geluk in de stal, meegaans op het veld, WALSCHAP 1976, 124)..