In de verb. in tranen e.d. losbreken, in tranen uitbarsten; - (gewest.) van bloemen: uitkomen, openbloeien.
Margriet staan de tranen in de oogen. Ze spant zich in om sterk te blijven en niet in snikken los te breken, WACHTERS 1946, 95.
Roedi Schavaeys heeft haar een tuiltje wilde sleutelbloemen mogen brengen, de allereerste die langs de boskant van Welriekende losgebroken waren, TEIRLINCK 1952, 1, 244.