Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

lob

betekenis & definitie

Geplooide neerhangende halskraag of manchet.

De eerste avond kotste ze zonder waarschuwing mijn borst en de dekens vol, floep floep, zonder moeite of hinderende bijgeluiden, in één woord zoals het hoort, ik trok verschrikt maar vertederend het batisten zakdoekje uit mijn kanten lobben en riep uit: ‘Oh, chérie!...’, belde terstond de kamerdienaar die dadelijk de dekens verbrandde, GEERAERTS 1977, 151.

Opm.: In de standaardt. sinds lang veroud.

< >