Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

inbusselen

betekenis & definitie

(Een kind) in doeken wikkelen, inwikkelen, inbakeren; ook: (iem.) warm aankleden, inpakken; vand. fig.: goed ingebusseld zijn, er warmpjes in zitten, rijk zijn. (Zie ook bussel II).

In de rijpingsjaren zijn jongelui niet meer moedersgezind. Ze doorbreken de moederbinding uit hun kinderjaren ... . Willen niet meer ingebusseld worden door moederlijke bezorgdheid, Kerk en Leven (ed. Mechelen) 12/8/1976, p. 3.