Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

garnierder (garneerder)

betekenis & definitie

Pers. die meubelen bekleedt; ook: pers. die zorgt voor de stoffering (gordijnen, behang enz.) van woningen; stoffeerder. De jongen die... als schoolknaap niets liever deed dan teekenen en kleuren en verven mengen.

Hij wil schilder, behanger en garnierder worden, BLOMMAERT 1945, 176.Mijn vader was inderdaad een garnierder. Dat was natuurlijk in de tijd dat de zetels nog allemaal zelf gemaakt werden, Rupelgalm 2/12/1976.

Garneerder herstelt en bekleedt uw salon, Shopping (ed. Strombeek) 6/1/1977.

Ook o.a.: Annoncenblad 7/1/1977, p. 12. Reklaamblad 12/1/1977.

Sam.: auto-, autostoffeerder (Gazet v. Antw. 21/4/1977).