b.w. - Dragen, houden, laden, opsteken. Dat schip kan zijn heele lading niet voeren.
Dat oorlogschip is gebouwd om 100 stukken te voeren. Dat schip Voert slecht zeil (de zeilen staan slecht by). Twee reeven in de marszeils voeren. De Amiraalsvlag voeren.Spreekwijze: Een groot schip voeren (een zaak van gewicht by de hand hebben.)