z.n.v. - Tocht. De schepen hebben een voorspoedige reis gemaakt.
Wy hebben zwaar weer op reis gehad. De terugreis was beter dan de heenreis. De reis aannemen (vertrekken).Spreekwijze: De groote reis aannemen (sterven).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: