Werkwoorden vervoegen
uitgelicht
Word nu Ensie lid!
reizen
Tegenwoordige tijd reizen
Ik reis
Jij reist
reis jij?
U reist
Hij/Zij/Het reist
Wij reizen
Jullie reizen
Zij reizen
Verleden tijd van reizen
Ik reisde
Jij/U reisde
Hij/Zij/Het reisde
Wij reisden
Jullie reisden
Zij reisden
Voltooid deelwoord van reizen
gereisd
Tegenwoordig deelwoord van reizen
reizend