reis
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Muiswerk Educatief (2017)
reis - zelfstandig naamwoord 1. tocht van de ene plaats naar de andere ♢ onze reis eindigde in Turkije 1. enkele reis [alleen de heenreis] 2. op reis gaan ...
Marc de Coster (2004)
Begrafenis. In verschillende zegswijzen heeft reis de betekenis van ‘moeilijke, zware tocht’. Reis is echter ook een metafoor voor de overgang van het leven naar de dood. Vadertje Cats schreef al: ‘Moeder is gestorven, De Moeder valt te bed, en spoet haer tot de reys.’ De beeldspraak van een ‘grote reis maken’ vinden we reeds terug in de Middeleeuw...
Peter Bakema (2003)
- van een kale reis thuiskomen, van een koude kermis thuiskomen. Wie geen ticketje reserveerde voor Graceland, komt van een kale reis thuis. - LN, 16-08-2002. zie geleid, rond.
Marc de Coster (1999)
Reis - in de politiek: kabinetsperiode. → rit. Als de liberalen in de regering zaten ging ik aan het einde van de reis PvdA stemmen, als de socialisten gingen regeren was het omgekeerde het geval. Vrij Nederland, 21-12-83
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: