paal
1) (1967) (inf.) mannelijk lid (in erectie). De term is wellicht veel ouder. Vgl. gelijkaardige metaforen zoals: lat*; stok* enz. Een ‘palenhater’ is een scheldwoord voor een feministe. Zie ook: Drentse* paal; liefdespaal*. • Hij had zijn paal gericht.... (Heere Heeresma: Geschoren schaamte. 1968) • Ik had de sombrero van Da...