XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Dam

betekenis & definitie

Dam - In het hart van Holland, hart van de stad, plein van nationale vermaardheid en voor de A'dammers meer dan een plein: een symbool. Men onderscheidt een Dam en een Middendam: de eerste, oudtijds genoemd "de Plaetse" en veel kleiner dan tegenwoordig doordat het oude stadhuis* met aan weerszijden huizen in de rooilijn stond van Nieuwendijk en Kalverstraat, kreeg pas na de 16de eeuw de naam Dam; de laatste, de eigenlijke dam in de Amstel, daterend van omstreeks 1170, is de plaats waar nu het Nationaal Monument* staat en was jaren een kwestie, sinds in 1910 de Dam eigenlijk werd verknoeid doordat een aantal oude gebouwen (o.a. het Commandantshuis*) werd verwijderd. De Vismarkt*, de oude gevels met hun luifels en de uitstalling van de koopwaren, de oude waag*, dat alles is weg. En ook de Dam zoals Breitner* haar schilderde, de Dam met de paardentram en met Naatje*, is er niet meer. Traditie dreef in de 17de en 18de eeuw de mannen die door de vroedschap* vrijgekocht waren uit Algerijnse slavernij, naar de Dam om "de Heeren te danken".

Traditie bracht duizenden A'dammers sinds 1813 bijeen op het plein, wanneer de regerende vorst de hoofdstad bezocht. Optochten en feesten, plechtigheden en herdenkingen, zij begonnen vaak op de Dam. Hoe ontluisterd ook, de Dam leeft in de harten van de A'dammers. Dit is herhaaldelijk gebleken, in het bijzonder bij de beruchte Middendamkwestie. Toen het Commandantshuis tegenover het Paleis* verdween, kwam daarvoor geen ander gebouw in de plaats. Er kwam een wat verloren plantsoen. Sinds 1923 werd er gesproken over de toekomst van dit stukje waardevolle gemeentegrond, totdat in 1939 een verzekeringsmaatschappij er ƒ 400.000 voor bood om er een nieuw gebouw te zetten. B. en W. voelden er wel voor en brachten daartoe een voorstel in de gemeenteraad. Maar toen brak de storm los! Artikelen en ingezonden stukken verschenen bij tientallen in de bladen, er werd gefulmineerd tegen dit plan, dat het Paleis een inderdaad weinig representabele overbuur zou geven. Maandenlang, totdat de oorlog kwam en de plannen op de achtergrond geschoven werden, hield de storm aan.

Sinds 4 mei 1956 staat er nu het Nationaal Monument. Voordien stond er een gemetselde colonnade als voorlopig monument. Eeuwen zijn verlopen, sinds de Dam ook economisch het centrum van de stad was en hier bijvoorbeeld de boter- en kaasmarkt werd gehouden. Op oude gravures zien we nog het waaggebouw. Eeuwen zijn verlopen sinds de schutterij* parade hield op het toen nog zo ruime, harmonische plein. Het centrum van de stad heeft zich verplaatst; noch geografisch, noch economisch, noch administratief ligt het meer op de Dam. Maar ondanks dit alles is de Dam in een A'dams hart een buitengewoon plein gebleven.

In mei 1957 besloot de gemeenteraad de namen Vissersdam (zie: Vismarkt), Vijgendam* en een deel van de Warmoesstraat te wijzigen in Dam. In 1990 werd de Dam opnieuw bestraat. De keitjes, die ernstig te lijden hadden onder de kermisvreugde, werden vervangen of bijgewerkt. Archeologisch onderzoek in dat jaar in een bouwput op de Dam leverde gegevens op die de hypothese, dat de dam tegen het eind van de 12de eeuw is aangelegd, ondersteunden. In 2001 werd de Dam opnieuw ingericht. Met drie miljoen nieuwe keitjes, tien verlichtingsmasten en een veel efficiëntere indeling kan het plein weer de komende decennia door.

LIT. J.Z. Kannegieter, Geheimzinnige cirkels op de Dam, M.A. okt. 1963, 174; D.H. Couvée, De Dam, de geschiedenis van een plein, 1968; Elka Schrijver, Laag bij de grond, O.A. 1972, 344; Monumentale lantaarns op de Dam staan weer op hun plaats, De Koppeling dec. 1984; Meindert Stokroos, Waar is Sinterklaas gebleven?, O.A. 1990, 13; Elsbeth Etty, Het Amsterdam van Harry Mulisch, O.A. 1992, 258; Boudewijn Bakker e.a., De Dam in vogelvlucht, Kunstschrift 1992, 2; Jan M. Baart, Geboren uit het water, O.A. 1990, 208.