Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 27-02-2025

wentelteefje

betekenis & definitie

(1623) (< wentelen, omkeren + teef, vervormde naam van een gebaksoort) sneetje witbrood of beschuit, gedoopt in melk met eieren gewenteld en even in boter gebakken. Na het bakken bestrooid met suiker en kaneel en als ontbijt gegeten. Het verschil met eierbrood is dat een wentelteefje zoet is en eierbrood iets hartiger. Het laatste wordt ook vaker gecombineerd met spek of een gebakken ei. Het WNT citeert o.a. A. van de Venne (Tafereel van Sinne-mal. 1623): “Ey, waer ick t'huys alleen, ick backte wentel-teven Van suyckert witte broot, en butter-smeerigh vet.” Schertsend is het woord ook van toepassing op personen. In “Het Leidsche Studentenleeven” (1735) van J.J. Mauricius lezen we: “Dat hexje ziet 'er smaaklyk uit. Men zou 'er … wel anderhalve Bruid Meê spaaren kunnen: kyk … wat een mondje, wat voor oogjes, wat voor tandjes! Wel zie, ik heb geen' honger nou. Maar ik verzeker je op men' trouw, Zoôn wentelteefje zou me smaaken.” Tegenwoordig is het nog altijd een koosnaampje. Maar ook een scheldwoord voor een slappeling. Wentelteefjes zijn uitgevonden in Frankrijk. In de 19e eeuw gebruikte men in Dordrecht het woord appelteef. Maar ook 'draaireu' werd gebruikt. Volgens sommige bronnen associeerden de Friezen ‘teef’ met ‘een vrouwelijke hond’ en hierdoor stond het wentelteefje ook wel bekend als ‘gebraden hondsvotjes’.

• Licht ijst gij reeds voor al die pijn, Dan zult gij naar de finaal van Pluto, een lekker Wentelteefje zijn. (Johannes Kinker: De Eigenbaat. Parodie. 1785)
• Wentelteefje, z.n., o., des wentelteefjes, of van het wentelteefje; meerv. wentelteefjes. Van wentelen en teefje. Een gebakje, dat men gestadig om en om wentelt: men bakt er wentelteefjes. (P. Weiland: Nederduitsch taalkundig woordenboek. 1811)
• Gewend of gewenteld brood, voor hetgeen, wat men ook wel wentelteefjes noemt. (Jacob Hendrik Hoeufft: Proeve van Bredaasch taal-eigen. 1836)
• Appelteefje wordt het gebak genoemd dat op andere plaatsen wentelteefje heet. (De Taalgids. Jaargang 4. 1862)
• Waar hebben wij ooit lekkerder hangop gegeten en wentelteefjes dan bij haar? (François Haverschmidt: Familie en kennissen. 1876)
• Maar, o wee! het wentelteefje wentelde anders als de bedoeling was. Het viel neer op de breed uitstaande zijden kap van de lamp. Een oogenblik keek de burgemeester heel verbaasd en verschrikt; toen barstte hij in een onbedaarlijk lachen uit en oogenblikkelijk schaterde klein Elsje mee. „Dat is een wentelteefje, paatje!" riep ze vroolijk en Nelly kon niet anders dan hartelijk meelachen om het dwaze van 't geval, vooral toen ze zag hoe haar vader zoo voorzichtig mogelijk het corpus delicti weer van de lamp prikte. (Annigje Maat: Nelly Degenstein: een Giethoornsche geschiedenis. 1915)
• 's Middags? Maandags rooie kool, lapjes en 'n wentelteefje - Dinsdags savoyekool met gehakt _ o dat gehakt van de Pijp! - Woensdags zuurkool met worst en 'n wentelteefje - Donderdags witte kool met lapjes en 'n flensje - Vrijdags stokvisch met mosterdsaus en 'n wentelteefje. (Herman Heijermans: Het zevende gebod: burgerlijke-zeden komedie in vier bedrijven. 1920)
• Altijd wat bizonders op Zaterdagavond, hetzij een warm balletje gehakt op een sneetje roggebrood, hetzij een warm worstje, of de mans een paar wentelteefjes, en altijd koffie met suiker, en als het vroor mochten we met een warme stoof zitten. (Alie Smeding: De ijzeren greep. 1933)
• Maak een dikke vanillesaus, door 1/2 vanillestokje in 1/4 liter melk te laten aftrekken en hierbij een glad papje te voegen van 8 gram maizena, 15 gram suiker en een ei. Leg op ieder wentelteefje een beetje van deze saus en garneer ze daarna met een half geconfijt kersje of wat jam. (Rie Steenbergen: Joyeuse terugkeer van het theeuurtje. 1946)
• O jé, wat een zwarte wentelteefjes! Daarnaar rook het dus zo aangebrand. (Clare Lennart: Liefde en logica. 1952)
• wentelteefje - traktatie: snee wittebrood, in melk en eieren gedoopt, met kaneel en suiker bestrooid, even in de pan met boter bakken. (Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1992)
• Verder hoorde ik nog van die kleine nederige wensen, die vast en zeker de krantekoppen niet zullen halen, zelfs niet van de reklamebladen. Een ervan was dat het woord “wentelteefje" uit de dikke Van Dale zou geschrapt worden. (Knack, 10/01/1996)
• Minder geslaagd vind ik de French toast met vers fruit. Het opgerold wentelteefje is mierzoet en wat papperig vanbinnen. Maar verder prima ontbijt met veel variatie. (Het Belang van Limburg, 24/08/2024)

< >