Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 03-10-2021

vliegenvanger

betekenis & definitie

(2000) (voetb.) scheldw. voor een keeper die regelmatig blundert.

• Bij het eerste doelpunt schatte Van Langendonck een hoge bal verkeerd in. Bij het tweede doelpunt durfde hij niet tussenkomen en bij de derde goal loste hij de bal waardoor Bourabia kon scoren. Het woord 'vliegenvanger' was zowat de meeste gehoorde term afgelopen weekend als het erom ging de prestatie van Van Langendonck te omschrijven. (Het Nieuwsblad, 25/02/2013)
• Met Mignolet in je rug mag je als verdediger een foutje maken en speel je veel beter dan met een vliegenvanger zoals vorig seizoen. (www.voetbalflitsen.be, 24/09/2019)
• Met Van Crombrugge in het doel staan ze nu op een tweede plaats zonder enige probleem. En daar kan Kompany niks aan doen. Wie heeft in godsnaam die Wellenreuter aangebracht ? Nog iets van Bayat ? Mensen toch, wat een vliegenvanger. (commentaar bij artikel in Het Laatste Nieuws, 21/02/2021)