(16e eeuw) (euf.) geslachtsgemeenschap hebben. Kijk ook onder bekennen*. Vleselijke liefde is een eufemisme voor seks.
• Vleeschelijk. bn. bw. Verouderd in de uitdrukkingen: — bekennen, vleeschelijke gemeenschap oefenen: (1566) ende zij waren maer seven hueren inden Paradyse, ende daer naer bekende zy elck anderen eerst vleeschelijc. Hist. van Belgis. 5. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950)
• Zij was naar binnen gevlucht, maar over de drempel gestruikeld en ‘wel zoodanig dat haare benen kruiselings gebogen onder haar lijf lagen en in zulk eene houding dat zij zich niet bewegen konde.’ In die benarde situatie was zij door Gerrit ‘vleselijk bekend’. (Vrij Nederland, 25/03/1995)
• Een minderjarige vrouw, die zich door een persoon van boven de eenentwintig vleselijk laat bekennen, betrekt haar slachtoffer wettelijk in verkrachting... (Vladimir Nabokov: Lolita. 2011)
• Ze vertelde bovendien het verhaal van een vrouw die haar nadrukkelijk was komen vragen of ze “man ende vrauwe tsaemen” was. Om de nieuwsgierige dame ervan te overtuigen dat ze wel degelijk een vrouw was, nam Magdaleene haar mee naar een veld in de buurt waar ze haar “tot twee mael vleeschelick bekend heeft”. (Wannes Dupont e.a.: Verzwegen verlangen. Een geschiedenis van homoseksualiteit in België. 2017)
